De functies die de navigatie toetsen (Links, Rechts, Omhoog, Omlaag en Enter) uitvoeren hangt af van het object waar de focus op ligt.
Als een processtap focus heeft:
Toets
|
Functie
|
Links
|
Verplaatst de focus naar de eerstvolgende processtap aan de linkerkant
|
Rechts
|
Verplaatst de focus naar de eerstvolgende processtap aan de rechterkant
|
Omhoog
|
Verplaatst de focus naar de dichstbijzijnde processtap aan de bovenkant
|
Omlaag
|
Verplaatst de focus naar de dichstbijzijnde processtap aan de onderkant
|
<Ctrl>+Enter
|
Opened het mini eigenschappen venster
|
Wanneer een element uit de projectnavigatie focus heeft:
Toets
|
Functie
|
Links
|
Verplaatst de focus naar de behoudende folder of klapt de aangewezen folder weer in
|
Rechts
|
Klapt de folder waar de focus op staat uit
|
Omhoog
|
Beweegt de focus één element omhoog
|
Omlaag
|
Beweegt de focus één element omlaag
|
Enter
|
Opened het geselecteerde diagram of het eigenschappen venster van het geselecteerde element
|
Als de focus ligt op een overzicht vorm, brainstorm note of als je bezig bent met het ontwerpen van je proces:
Toets
|
Functie
|
Links
|
Beweegt het object met focus een beetje naar links
|
Rechts
|
Beweegt het object met focus een beetje naar rechts
|
Omhoog
|
Beweegt het object met focus een beetje omhoog
|
Omlaag
|
Beweegt het object met focus een beetje omlaag
|
|