Mini-eigenschappenvenster

De meest gebruikte eigenschappen van een processtap kunnen ook worden ingegeven door te dubbelklikken op de processtap. Een “mini-eigenschappenvenster” wordt geopend waarin u de gegevens kunt invullen. Hieronder vindt u een voorbeeld van het mini-eigenschappenvenster voor een processtap van het type Handmatig:

 

MPE1

 

Vul de gegevens in en druk op <Enter>.

 

U kunt het mini-eigenschappenvensters voor de processtappen van het type Subproces, Fase, Service en Uitgang niet benaderen met dubbelklikken. Dubbelklikken op deze processtappen is gelijk aan het omlaag of omhoog gaan in de subproceshiërarchie.

 

Indien u dubbelklikt op een Proceskoppeling welke nog niet is gedefinieerd dan verschijnt het mini-eigenschappenvenster. Mocht wel zijn aangegeven naar welk proces de proceskoppeling verwijst dan wordt dit proces geopend na het dubbelklikken op de Proceskoppeling.

 

In plaats van dubbelklikken kunt u dit venster ook openen vanuit het contextmenu (rechtermuisknop):

 

MPE2

 

Deze methode werkt voor alle staptypes en ook voor meervoudige selectie. Het mini-eigenschappenvenster toont bij meervoudige selectie alleen de eigenschappen die bestaan voor alle onderdelen van de selectie.

 

U kunt Engage Process Modeler instellen om met het mini-eigenschappenvenster te komen elke keer dat u een nieuwe processtap invoegt. U kunt dit instellen bij Specificeer het invoeggedrag.

 

Het mini-eigenschappenvenster voor keuzes bevat aanvullende functies m.b.t. procestakken.

 

MPE3

 

Gebruik de knoppen met de pijlen om de volgorde van de takken aan te passen. Gebruik de knop ReorderArrowSort de takken te sorteren in aflopende volgorde op basis van waarde bij aantal. Gebruik de knop met het stop symbool om een nieuwe tak toe te voegen.U kunt soortgelijke knoppen vinden in het mini-eigenschappenvenster voor Beslissingen en Parallel.